For this novel I’ve done a very extensive research. My report (in Dutch).
31 augustus 2015
De periode dat ik naar Florida ging was cruciaal. De zomer is er te heet en in de winter vertwee(drie, vier of zelfs vijf)voudigt het aantal inwoners in de bejaardenkolonies omdat pensionado’s uit Canada en het noorden van de USA in Florida overwinteren, zij worden de snowbirds genoemd.
Ik besloot dat de beste tijd om te gaan oktober en november moest zijn. Zo kon ik eerst alleen met de vaste bewoners zijn en gedurende mijn onderzoek zouden de snowbirds afdalen.
Boven aan mijn verlanglijst stonden twee bejaardenkolonies waar ik absoluut naar toe wilde: The Villages, de allergrootste seniorengemeenschap met bijna 110.000 pensionado’s, en Sun City, de oudste seniorengemeenschap en het voorbeeld voor alle latere. Daarnaast wilde ik nog enkele andere retirement communities bezoeken.
Op 1 oktober vloog ik naar Tampa. Daar wachtte mijn huurauto met onmisbare gps. Vanaf het moment dat ik landde in de ‘nieuwe wereld’ was alles wat ik zag en deed deel van mijn onderzoek. Op 4 en 5 oktober had ik mijn eerste afspraken. Ik wilde de tussenliggende dagen natuurlijk ook benutten en met behulp van internet maakte ik een lijst van alle 55+ communities in de buurt van mijn hotel. Er waren er verschillende, maar al snel bleek dat al deze gemeenschappen waren ommuurd en afgesloten met een slagboom met een bewaker die niemand zomaar binnenliet. Wat ik ook probeerde, ik kwam er niet in zonder aangemeld te zijn. Ik moest dus in contact komen met mensen die er woonden, maar die wonen juist bewust in deze fenced off communities om niet zomaar iedereen tegen te komen. Uiteindelijk lukte het me na twee dagen de eerste pensionado te interviewen, al was het een ad hoc interview, maar de kop was eraf. Vanaf dat moment rolde ik de Amerikaanse rentenierswereld in.
(De clusters met vrijstaande bungalows onder palmbomen)
Mijn onderzoek raakte in een stroomversnelling toen ik op 5 oktober The Villages ‘binnenging’, een gebied zo groot als Texel, dat kaal is geslagen en opnieuw opgebouwd met eindeloos veel golfvelden met daartussen clusters (woonerven) met vrijstaande bungalows gelegen onder palmbomen. Het is bedoeld voor de middenklasse en het uitgangspunt is: men kan hier leven als een miljonair zonder miljonair te zijn. Elke wijk heeft zijn eigen buitenzwembad, dat altijd vrij toegankelijk is, net als de hoefijzergooibaan, een jeu de boules-baan en een basketbalveldje. Mensen betalen na aankoop van hun huis (verkrijgbaar in allerlei prijsklassen van $ 70.000 tot een klein miljoen) een maandelijkse verplichte vergoeding ($ 145), daarna is alles gratis.
Dagelijks kunnen de bewoners van The Villages meedoen aan meer dan 250 verschillende activiteiten, van bridge tot portretschilderen, van watervolleybal tot schoonrijden met golfkarretjes, van cheerleaders tot bowlen voor Vietnam-veteranen. Het is een wereld waar alle mensen zonder uitzondering, elke dag, in vakantiekleren lopen. Een wereld waar niemand meer werkt maar waar men zich het hele jaar vermaakt, waar iedereen zich verplaatst in golfkarretjes, ook als men niet golft. Een wereld waar geen kinderen en jonge mensen zijn, maar wel 110.000 gelijkgestemde bejaarden. Een wereld van drive-in banken, -restaurants, -apotheken en -winkels, waar men niet meer kookt maar voornamelijk fastfood eet, waar eenzaamheid niet hoeft te bestaan, waar de gemiddelde levensverwachting met 8 tot 10 jaar wordt verlengd en waar iedereen zegt gelukkig te zijn.
(Dagelijkse activiteiten waar de bewoners aan mee kunnen doen)
Het is ook een wereld waar de dood niet bestaat, waar de lokale krant en radio alleen maar goed nieuws verspreiden, waar je als je aan het eind van je leven bent terug moet naar je kinderen, waar je als je pech hebt en je geld opraakt weer moet gaan werken (ook al ben je negentig). De projectontwikkelaar die het heeft verzonnen en ontwikkeld is één man. Hij bezit de lokale krant, het radiostation en de tv-zender, de hypotheek- en gewone bank. Deze man, Gary Morse, woont als een mysterieuze weldoener midden in het gebied. De grond waarop hij woont (een achtste van het gebied) is op de plattegrond van The Villages wit.
Fun and games
Ik vond een huis en iemand die garant voor me wilde staan, zodat ik een gebruikerspas kreeg. Zonder zo’n pas is het onmogelijk om dieper te komen, omdat alles zich afspeelt in de recreatiegebieden. Amerikanen en Canadezen die in deze lifestyle oriented retirement communities wonen hebben maar één doel: fun & games. Na een leven van heel hard werken, vaak meerdere banen tegelijkertijd, willen ze zich de rest van hun leven vermaken. En dat doen ze dan ook.
Ik heb diverse mensen gesproken die dit leven van fun & games nu al 12 of 10 of 8 jaar leiden en er geen genoeg van krijgen.
In The Villages schijnt altijd de zon en het leven is er volmaakt veilig en perfect (de entourage is deels ontworpen door de mensen van Disney). Het is een wereld waar alles net iets langzamer gaat, waar de vrouwen worden aangesproken met jongedame, waar de wegen mooi en heel zijn, de lantaarnpalen werken, en de planten elke 4 maanden worden vervangen omdat ze altijd moeten bloeien. Er zijn helder kabbelende riviertjes (die een beetje naar chloor ruiken). Er zijn centrale gebouwen die de indruk wekken dat ze er al meer dan een eeuw staan, ook al zijn ze gloednieuw. Nergens zijn trappen of drempels. Alle huizen zijn vrijstaand met gras eromheen. Nergens mogen tuinkabouters of andere afwijkende dingen in de tuinen staan. Ook is het absoluut verboden om zichtbaar was aan waslijnen te hangen of een moestuin te houden. Tevens zijn de kleuren van de tegels en de huizen bepaald en moet alles altijd goed in de verf staan. Al het gras heeft dezelfde lengte. Het is als wonen in een filmdecor. De muggen, die er in dit oorspronkelijk moerasgebied veel waren, zijn van overhand bestreden. Iedereen lacht, knikt en groet elkaar de hele dag. Dit wordt op de lokale radio zeer gestimuleerd. Het is alsof iedereen in een toneelstuk speelt. Ook het personeel in de winkels en de restaurants lijkt betaald te zijn om de hele tijd te lachen en is extreem vriendelijk. Deze ‘stad’ wordt ook wel Disney World voor de ouderen genoemd.
Het bleek dat als je uit deze beschermde, volledig artificiële wereld, deze bubble, stapt er iets met je gebeurt. Je wordt bang. Bang van de echte wereld buiten, want die lijkt in niets op de perfecte wereld van The Villages.
Officieel kon ik er niet wonen (ik ben nog net te jong) maar ik mocht wel drie weken in The Villages verblijven. Met mijn verblijfskaart kon ik aan alle activiteiten meedoen en alle voorzieningen, clubs, zwembaden, sportvelden, recreatiegebouwen gebruiken. Ik heb het leven in deze bubble dus echt kunnen ervaren.
(Een drankje in het zwembad)
De eerste week in The Villages was vooral gericht op in contact komen met de mensen die er wonen en deed ik de eerste serie interviews. Tijdens mijn tweede week bewoog ik me meer als een local, en deed ik tweede of derde interviews met bewoners, waardoor ik steeds meer over hen te weten kwam. In mijn derde week ging ik vooral op zoek naar de achterkant van het paradijs, bezocht ik enkele andere seniorengemeenschappen en de omliggende caravanparken, waar grote armoede heerst. Ik sprak met verschillende bewoners in diverse mobile home parks. Ook ging ik naar de gaarkeukens en sprak lang met een politiechef, een arts gespecialiseerd in dementie, een notaris gespecialiseerd in erfenissen en mensen gespecialiseerd in liefdadigheid.
De bijna uitsluitend witte bewoners komen uit alle staten van de USA. En iedereen maakt de hele dag nieuwe ‘vrienden’. Veel contact met hun oude vrienden en collega’s hebben ze meestal niet meer. ‘Thuis’ noemen ze de plek waar ze hun kinderen hebben grootgebracht, ook al wonen die er niet meer. Ik ontdekte dat veel bewoners gefascineerd waren door parapsychologie (helderziendheid, telepathie enz.). Ook bleken alcoholisme en gokverslaving grote problemen te zijn. Net als geslachtsziekten, omdat de pensionado’s onveilig vrijen, daar niemand meer zwanger kan worden.
Mij viel het grote verschil op tussen normen en waarden van de immigranten (meestal al 50 jaar in VS) en de Amerikanen die er al generaties wonen. Dat verschil was vooral zichtbaar in hun uitgavepatroon en hun eetgedrag. Heel kort door de bocht: Amerikanen geven graag geld uit en immigranten sparen. Amerikanen eten veel van weggooiborden. Immigranten altijd van echt servies.
(Life is one long vacation)
Dat deze gigantische gemeenschap met pensionado’s ook uitvreters en kwakzalvers aantrekt ligt voor de hand. Er is echter een heel strenge regel in The Villages. In geen van de gemeenschappelijke gebouwen mag enige commerciële activiteit worden uitgevoerd. Om dat te omzeilen vinden er in hotelzaaltjes dagelijks zogenaamde seminars plaats met gratis ontbijt of lunch. Dat zijn pure verkooppraatjes waar (semi-)doctoren en andere (semi-)deskundigen hun waren aan de man brengen, zoals: goedkoop cremeren, plastische chirurgie, testamenten en anderen zaken waarin ouderen zijn geïnteresseerd. Zo was ik aanwezig bij een bijeenkomst waar een laboratorium senioren probeerde te ronselen die tegen een kleine vergoeding nieuwe medicijnen tegen Alzheimer of Parkinson moesten gaan testen.
Hoewel The Villages een age segregation community is, zijn er overdag ook jonge mensen, namelijk de duizenden tuinmannen, de onderhoudsmannen en het winkelpersoneel. Iedereen die een officiële baan heeft in deze gemeenschap kan zijn kind naar The Villages-school sturen. Die ligt net als de huizen van de werkers buiten het met slagbomen afgescheiden terrein waar de 100 000 senioren wonen. Als grootouders hun kleinkinderen te logeren krijgen kan dat slechts voor een paar weken per jaar.
Sun City
Na drie weken in The Villages verbleven te hebben vertrok ik naar Sun City, ook een door leeftijd (55+) afgescheiden gemeenschap. Ik was al op voorhand van plan te gaan, maar was steeds nieuwsgieriger geworden omdat de mensen in The Villages afkeurend spraken over Sun City. Het zou in verval zijn geraakt doordat de bewoners te oud waren geworden (de gemiddelde leeftijd hier is nu 84).
Weer lukte het me een huis te huren waarbij ik een gebruikerspas kreeg.
Ik arriveerde er na een lange autorit en zag direct het verschil. Er was inderdaad een zekere teloorgang, ik zag er onkruid, de wegen vertoonden reparatieplekken, de huizen waren niet allemaal strak geverfd en er waren veel minder restaurants, zwembaden, recreatiecentra, golfbanen etc. dan in The Villages. Ook ervoer ik de bewoners in eerste instantie als onvriendelijk. Het duurde een paar dagen voor ik doorkreeg dat deze mensen eigenlijk ‘gewoon’ waren en dat Sun City veel minder een artificiële wereld was vergeleken bij The Villages. Hier werd niet plichtmatig de hele dag geglimlacht (zoals de acteurs in de films The Truman Show en The Stepford Wives). Met het ouder worden van de gemeenschap was de behoefte aan feesten en constant vermaak langzaam afgenomen. Toch waren ook hier de mensen nog steeds heel actief.
Al met al is het me gelukt om bijna zes weken in lifestyle oriented retirement communities te wonen. Ik maakte net als de Amerikanen lots of new friends. Ik vond fantastische karakters en kwam in honderden situaties en gebeurtenissen terecht die ik kan gaan gebruiken. Ik sprak met heel veel mensen.
Zo sprak ik onder anderen met:
De Nederlandse rentenier Cees (72), die muziekdoosjes verzamelt.
De democratische verpleegster Carol (55), die in het ziekenhuis in The Villages werkt.
Dan (67), haar man, die elke dag watervolley speelt en 4x in de week bowlt.
De oude Koreaanse schoenmaker, die nooit zal kunnen rentenieren.
Tina (68), die golft, naar party’s gaat en de nieuwsbrief van de straat maakt.
John (74), die ook golft en wat bijverdient door het golfclubhuis schoon te houden.
Claire (78), die elke avond linedancet om haar zorgen om haar zieke man te vergeten.
Grace (82), die zich graciegirl noemt, en het liefst de hele dag op internet zit te chatten.
Dawn (74), die trouw naar de portretschilderklas gaat en in geesten gelooft.
John (82), die werkt aan een portret van z’n highschool love die hij nooit meer heeft gezien.
Bert (81), die graag met zijn hond voor zijn huis op de oprit zit.
De jonge boekhandelbediende die wenste dat er meer jonge mensen woonden.
Julie (72), die schilderles geeft, en haar 95-jarige moeder, die in een verzorgingstehuis woont.
Jenny (69), die zich voelt alsof ze weer 14 is, zegt ze.
De fluisterende vrouw die klaagt over de magere gezondheidszorg in The Villages.
De 2x getrouwde Jacy (67), die foto’s spaart van ongelukken veroorzaakt door bejaarden.
Claudette (72), die schildert en een piano heeft die uit zichzelf kan spelen.
Kitty (68), die zo veel mogelijk feestjes afloopt waar ze voor niets kan drinken.
Dick (89), die ooit een bestseller heeft geschreven en zich daar nog steeds naar gedraagt.
De getatoeëerde bijgelovige Donna (66), die als fiscaal spion in het Pentagon werkte.
De zwarte, zwaar gelovige Alan (63), die op zijn vrouw wacht die in de Starbucks werkt.
Mary (76), die elke dag golft en mij eerst uitgebreid googelt voor ik haar mag interviewen.
Ruth (70), die bij me aanbelt omdat ze ook geïnterviewd wil worden.
Jim (72), die me z’n wachtwoorden gaf, zodat ik toegang heb tot speciale The Villages-sites.
Het Roemeense weeskind Georgeta (31), die in een nagelsalon in The Villages werkt.
De makelaar Mitzi (47), die mij een huis in The Villages probeert aan te smeren.
Sue (72), die zo veel aan haar gezicht heeft gedaan dat ze veertig lijkt.
Sheriff Paul (52), die een heel zwart beeld heeft over de toekomst van Amerika.
Gail (62), die als vrijwilliger hoofd is in de gaarkeuken van een stadje naast The Villages.
Marian (65), die uit schuldgevoel voor haar overgevulde ijskast vrijwilliger is in de gaarkeuken.
Andrea (59), de gepensioneerde lerares uit NY, die maaltijden rondbrengt uit de gaarkeuken.
De Deen Mogens (77), wiens Amerikaanse vrouw elke vraag die ik hem stel beantwoordt.
Andrew (52), die advocaat is en probeert pensionado’s een trust aan te smeren.
Wil (89) en Jan de Jong (91), indo’s die na 40 jaar in de USA nog steeds Sinterklaas vieren.
De single Marge (62), die al 25 jaar in Sun City woont, namelijk bij haar ouders.
Twee louche types die proberen goud en zilver te kopen van bejaarden, ‘want wie wil ut nog’.
De vriendinnen die vertellen over de voorbereidingen voor als hun mannen straks dood zijn.
Rich (78), die vertelt over casserole wives (weduwes die weduwnaars verleiden met eten).
De oude wandelaar die alleen maar binnen in gebouwen wandelt omdat de zon te fel is.
Keith (87), met zijn 25-jarige vrouw.
Elaine (67), die nog moet werken en in haar vrije tijd zingt in bejaardenkolonies.
Paula (55), gepensioneerde special agent, die 1x per maand kookt en alles invriest.
De Brit Stan (72), die ook nog steeds moet werken en 5 verschillende baantjes heeft.
Albert (75) en Edna (71), snowbirds uit Canada die overwinteren op een trailerkamp in Largo.
Daarnaast bezocht ik een katholieke en een spirituele dienst, drie 55+ communities zonder hek, vier 55+ retirement communities met een hek en slagbomen, een verzorgingsflat, een gratis seminar over Alzheimer en twee gratis seminars over plastische chirurgie (Being selfish is being smart!), de Emergency Squat (een ambulancedienst gerund door vrijwilligers), twee begraafplaatsen (allebei ver en diep weggestopt), een bijeenkomst van de Teaparty met een lezing van de generaal die Saddam Hoessein vond, het jaarlijkse Hi Neighbor! evenement (een activiteitenkennismakingsmarkt voor nieuwkomers in Sun City), de wekelijkse rainbowclub(homo)-borrel, de grootste parapsychologische markt van Amerika (in The Villages), verschillende garage-sales en de officiële viering van Veterans Day. Ook bezocht ik Cassadaga, een dorpje waar bijna uitsluitend helderzienden wonen en waar ik aanwezig was bij een stel readings.
(Cassadaga: een stad van spiritualiteit)
Ik ging naar de Fountain of Youth, waar ouderen zwemmen in een koude bron, en ik woonde de repetitie bij van het fanatieke The Villages-orkest en een anderhalf uur durende softbalwedstrijd met alle spelers boven de 80. Ik bezocht de schoonzwem-figurenzwemclub, een aquarelportretschilderklas, een Bob Ross-schilderklas, een muziekgymles (Through movement we find health), een muzikale gymzwemklas, de moestuin-club, de hondeneigenaar-club, de tennis- en de pickleball-club, de shuffleboard-club, de master swimmmers-club, de keramiekclub, de borduurclub, de pottenbakclub, de houtwerkplaats, de glasswork-club, de computerclub, de modeltreinclub, de schrijversclub, de modelzeilboten-club, de modelautootjes-club, de quilt-club, de porseleinschilderclub, tamboerijndans-club, de golfkar-schoonrijden-club.
Ik ging naar de gaarkeuken in het stadje dat grenst aan The Villages. Met hen mocht ik mee op pad om voedsel te brengen bij mensen die niet naar de gaarkeuken kunnen komen. Ik zocht de plekken op waar alle Mexicanen wonen die in de kolonies als tuinman werken. Ik bezocht meerdere trailer camps – sommige waren heel armoedig, andere heel keurig. Ik hoorde over de turtle dance, waarbij de ouwetjes op hun rug op de grond liggen en dan met hun voeten en armen in de lucht dansen. Ik voer twee keer mee met een boottochtje voor bejaarden. Ik luisterde diverse gesprekken van bejaarden af in fastfoodrestaurants. Ik deed een paar keer of ik een huis wilde kopen in een 55+ community. Ik ‘vond’ tussen een stel auto’s een 92-jarige man die was gevallen en niet meer op kon staan. Ook ging ik naar Celebration, een stadje verzonnen, ontworpen en gebouwd door de The Walt Disney Company in een poging de ‘ideale leefgemeenschap van de toekomst’ te creëren en waar ze het in december laten ‘sneeuwen’ bij 25C. En ik werd uitgenodigd voor een huisborrel van de muziekgymles en de schilderclub, een avond naar de film met een groepje snowbirds, een bowlingavond met de buurt waar ik woonde, de wekelijkse buurtborrel op vrijdagmiddag, de opening van de nieuwe parkeerplaats bij de houtwerkplaats, het Oktoberfest bij de Duits-Amerikaanse club, een avond bij de Scandinavisch-Amerikaanse club, het Halloween-buurtfeest (waar ik de eerste prijs won met mijn kostuum), een avond in een karaokebar naast de golfclub, een theatershow gemaakt door de bewoners van Sun City en het halfjaarlijkse bingo-ontbijt.
Extremer
Mijn onderzoek is mijn verwachtingen ver te boven gegaan. Alles was veel extremer dan ik ooit had kunnen bedenken. Je denkt een land te kennen, maar je kent het niet tot dat je er deel van mag zijn. Zoals ook bij mijn andere romans waarvoor ik onderzoeksreizen maakte, kreeg mijn verhaal gedurende de reis steeds meer vorm. Ik kan dan ook niet wachten om met schrijven te beginnen.