rob

Het pad naar zijn voordeur is begroeid met gras. Binnen is het warm en brandt een kaars. Rob gaat binnenkort verhuizen. Na tweeëndertig jaar op het eiland gewoond te hebben, is het tijd voor iets anders. Hij zal zijn kunsten blijven maken en de stoel waarop hij zit en waarop hij is verwekt zal het eerste meubel zijn dat hij in zijn nieuwe werkplaats in Alkmaar gaat neerzetten. Ooit zat hij bij zijn vader achter op de fiets, na een vakantie op Texel, en huilde hij dat hij wilde blijven, met zijn rieten hengel visjes vangen in een sloot. Net als gemaaid gras of het geluid van de zee, zijn het herinneringen die emoties bij hem oproepen waarin hij nog steeds kan zwelgen. Maar die hij ook weer kan combineren met verse ervaringen, zodat ze leiden tot iets nieuws. Een theaterstuk, een kort verhaal of een tekening. ‘Het liefst,’ zegt hij, ‘zou ik in stilte boven op een berg willen zitten en schrijven, maar ik ben bang dat ik na een week of drie alweer de berg afdaal om samen met de mensen uit het dorp een groot feest te bouwen.’