jolet

In een eeuwenoud huisje, doorgezakte plafondbalken torsen het gewicht van de zolder, staat op de lichtblauwe keukenvloer een tafel. Onder wat boeken en cadeautjes ligt het werk waar ze aan bezig is. Vanaf een muurtje krijst een dikke getekende kat, zijn onderkin hangt over de rand. Op een volgende bladzijde springt een poes zo geschrokken op dat zijn poten alle kanten op wijzen. Jolet is illustrator en moet voor het einde van de maand een kinderboek afhebben én het visuele deel van de CITO-toets waar kinderen getest worden op hun aanschouwelijk inzicht. Dit alles maakt ze in haar werkkamer, een aan het huis aangebouwde kamer die overvol is met uitpuilende boekenkasten, rollen en vellen papier op stapels, planken en in dozen, onduidelijke paperassen en kwasten in potten. Dat ze, om iets te pakken over hoge wankelende stapels heen moet stappen. Het is net of hier kortgeleden een bom is geëxplodeerd, maar ze vergoelijkt dat er binnenkort een nieuwe kast komt. Ze is een middag- en avondwerker, als ze eenmaal bezig is kan ze moeilijk stoppen. Soms zou ze willen dat ze zichzelf minder beperkingen oplegde, minder de druk voelde. Maar dan lacht ze en haalt lichtjes haar schouders op.