jaapkees

Dat ik de kans krijg hem te zien is een kwestie van geluk, ik sprak af met zijn vrouw, ook Zout-lid, en ons gesprek liep uit. Hij had gehoopt dat ik al was vertrokken, maar op de valreep lopen we tegen elkaar op. Hij is de bouwer van het huis dat ik ooit het droomhuis noemde, een vleug Gaudí onder een rieten kap. Vaak heb ik me afgevraagd wie er het lef had zo iets afwijkends te bouwen – Jaapkees dus. Een beetje zoals de Franse postbode Ferdinand Cheval zijn ideale wereld bouwde, zo bouwt hij zijn huis, zijn tuin en het verscholen atelier. Overal waar je kijkt zie je dat het nog niet af is, de prachtig gevormde stenen op de rand, de gegoten betonvormen die hij stapelde tot een muur, de vreemde krammen in het plafond boven de deur. Tegen een zelf-gevormde dijk en de zelf-gebouwde wal staat zijn verzameling spullen en materialen – alles kan worden verwerkt, een gigantisch stuk piepschuim, een stel oude loden platen en heel veel hout. Zijn wereld lijkt, nu ik er langer over nadenk, eigenlijk heel erg op zijn beeldend werk, alleen een heel stuk groter.