club propaganda

door Bouke Vlierhuis

Threes Anna is een veelzijdige vrouw. Tien jaar lang was ze artistiek leider van theatergroep Dogtroep, ze is filmmaker met internationale allure en ze publiceert met Vogel kan niet vliegen haar vierde roman.
Niemand hoeft Threes Anna na al die jaren film en theater maken nog iets uit te leggen over enscenering, het opbouwen van spanning of het schrijven van dialogen. Alleen daarom al is ‘Vogel kan niet vliegen’ een bovengemiddeld boek.

Het boek is gebaseerd op Anna’s gelijknamige film, maar heeft – al staat er op de kaft wel een klein sterretje met daarin ‘het BOEK van de FILM’ – niets gemeen met de ‘filmverboekingen’ die de rekken bij de supermarktkassa’s vullen. Dat zijn meestal niet meer dan belabberd vertaalde wanproducten, bedoeld om de laatste euro’s uit een gehyped Hollywood-idee te persen. Anna heeft echt opnieuw naar haar verhaal en personages gekeken en vertelt in het eerste deel meer over de voorgeschiedenis van de hoofdrolspelers.

Melody is de weduwe van een mijnwerker die een hotel runt in een kwijnend woestijnstadje. Anna kan meeslepend schrijven, en je leeft als lezer onmiddellijk mee met de wat chagrijnige, hardwerkende vrouw en haar wereldvreemde, van struisvogels houdende dochter.

Dan strijkt er een uitgebluste muzikant die neer in het hotel. Melody heeft als enige in het stadje niet door dat haar dochter verliefd op hem wordt. Als ze besluit haar geluk in de grote stad te gaan zoeken, komt het sluimerende conflict tussen moeder en dochter pas tot uiting. Op het laatste moment weigert dochter mee te gaan. Ze trouwt de muzikant en blijft in het dorp bij haar halftamme struisvogels achter.

Het tweede deel van het verhaal speelt zich tien jaar later af. Melody krijgt te horen dat haar dochter dood is en keert voor de begrafenis terug naar het woestijnstadje, dat inmiddels grotendeels door het zand verzwolgen is. Daar blijkt ze een tienjarige kleinzoon te hebben, die haar niet mag vanwege de verhalen die zijn moeder over haar heeft verteld. De struisvogels zijn er ook nog steeds. De jongen beschouwt ze als zijn vrienden en heeft het plan opgevat om struisvogels te gaan fokken en te leven van de eieren. Maar Melody heeft andere plannen met hem, ze wil hem meenemen naar de stad.

En dan is het tempo er even uit. Logisch, want Anna moet niet alleen de bizarre voorvallen beschrijven die volgen, maar ook die van de tien jaar daarvoor. Daardoor doet dit deel van het verhaal soms wat geforceerd aan.

Een groot styliste is Anna trouwens toch al niet. Waar de enscenering, de opbouw en de beelden zorgvuldig gekozen zijn is de daadwerkelijke tekst soms ronduit slordig: ‘hij (…) raakte er steeds meer van overtuigd dat zijn tij aan het keren was’) en vaak nogal clichématig: ‘Een begeerte die niet te lessen was met wijn,’ of: ‘ze zou de bodem vruchtbaar hebben kunnen huilen als haar tranen niet zo zout waren geweest’.

Tegen het einde van het verhaal heeft het boek zijn tempo weer helemaal terug en volgt de ene razend spannende scène de andere op. De lezer wil alleen nog maar weten of Melody van haar kleinzoon een tweede kans krijgt. En natuurlijk hoe het met de struisvogels afloopt.

recensie Club Propaganda