19… NOMADEN


Oldenzalers houden niet van vreemdelingen. Maar houden vreemdelingen van Oldenzaal? Bij de kerk staat een wit huis. Ik stap naar binnen en beland in een kamer waar alles glimt en blinkt. In een barokke fauteuil zit een man die me vertelt over zijn leven. Hoe zijn opa rondtrok in een huifkar, zijn vader in een auto en hij nu in een stenen huis woont. ‘Hoe komt een zigeuner in Oldenzaal terecht?’
Hij neemt me mee op een lange reis, door alle landen van Europa. Voor een paar uur ben ik op de meest uiteenlopende plekken, want zigeuners moe(s)ten altijd door. Zonder paspoort of papieren trokken ze grenzen over, om steeds weer ergens neer te strijken, tot ze weer weg moesten. Hoe bleven ze in leven? Hij geeft me een dikke knipoog en zegt: ‘Handel.’ Als de postbode komt en iets in de brievenbus gooit, roept hij naar achter, waar zijn vrouw aan het koken is: ‘Deurwaarder!’ Zijn vrouw komt aanrennen. Het is duidelijk niet de eerste keer dat hij deze grap maakt. Jaloers kijk ik naar de mooie Italiaanse kast die zij ooit gered heeft uit de handen van de deurwaarders.
‘Geloof jij in een god?’ vraag ik. Hij staat op en gebaart dat ik mee moet komen. We lopen de tuin in. Achter in de tuin staat een klein houten huisje. Hij doet de deur open. Het is een kleine kapel. Wil hij hier oud worden? Hij haalt zijn schouders op. ‘Oldenzaal is een leuk rustig plaatsje,’ zegt hij en begint te vertellen hoe hij zijn huis wil gaan verbouwen.



Het is koud. Op de deur hangt een briefje: deur dicht, de kachel is aan. We zijn in de kantine van hun gigantische werkplaats vol attributen en materialen. Om de tafel zitten vijf Oldenzaalse kunstenaars. Echt warm is het niet, iedereen heeft een trui aan. Hun werk bestaat uit het maken van nieuwe rituelen, want ‘rituelen zijn onderdeel van de eeuwenoude geschiedenis van Twente’. Toch zijn deze mensen anders dan de meeste die ik hier heb ontmoet. Was het moeilijk om geaccepteerd te worden? Ze knikken. ‘Weet je, we moesten ons eerst bewijzen. En dat hebben we gedaan. Want wij willen hier wonen. Oldenzaal is een heel oude plek, met een heel goede, bijzondere energie.’
Veel van hun verhalen lijken op elkaar. Allemaal hebben ze een lange knokpartij achter de rug voor ze deel werden van deze nieuwe stam. ‘We reizen rond met ons werk. Overal waar we neerstrijken maken we ceremoniĆ«le gebeurtenissen.’ Als ik hun vertel waar ik die morgen ben geweest, roept eentje uit: ‘O, dat prachtige huis! Wat zou ik dat graag eens vanbinnen zien!’
Oldenzaal heeft meer nomaden dan ik dacht.