7… DE DODEN

Mijn plan was om de gemeente Oldenzaal deze hele maand niet te verlaten tenzij in het belang van het onderzoek maar nu moet ik plotseling naar een begrafenis. Van jongs af aan ga ik altijd en overal naar begraafplaatsen. Zo weet ik dat in Tokio de mensen rechtstandig worden begraven in verband met ruimtetekort, in Zwitserland ken ik een graf van een man die als herinnering levensgroot met ski’s en stokken in brons op zijn eigen graf staat en in Zuid-Afrika laten mensen vaak het verpakkingsmateriaal om de steen zitten, zodat die niet vies wordt. Maar tegenwoordig houd ik niet meer van begraafplaatsen.
Ik was vergeten hoe mooi een kerkhof kan zijn. Ik loop onder grote bomen tussen sobere, oude graven. De roodbruine bladeren, de met mos begroeide stenen, schots en scheef, soms gebroken, of bedekt met een verdorde bloem of plant. Hier heerst diepe rust. Als ik naar links loop zijn er opeens veel minder bomen en sta ik in een veld van grijze kruizen. Op de meeste is een kleine crucifix geplaatst. Elk christusbeeld is anders vormgegeven, naar de stijl en smaak van die tijd. Hier liggen duidelijk de katholieken.



Iets verderop en een beetje naar beneden verandert alles. Weg is de filmische, schilderachtige omgeving. Ik sta ineens tussen eindeloos dezelfde graven, rijtjesgraven, gescheiden door haarscherp geschoren heggen. Straat na straat nette, goed onderhouden, grijze en zwarte stenen, allemaal even hoog en breed. Slechts de bovenkant varieert, plat, bol of een golfvorm.



Ook de crucifixen zijn verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor prefab kruisjes, waar blijkbaar maar een beperkt aanbod in was. Kreeg de begraafplaats in de jaren tachtig een nieuw bestuur met nieuwe regels? In dit nieuwere gedeelte is de eenvormigheid troef.



Op één graf na, volgens mij van echt een feestnummer: geen kruis of niks, slechts de naam, de datum en de tekst ‘naar waarde genoten’. Jammer dat er niemand loopt die me over al deze mensen uit het verleden wat kan vertellen.
Ik rij naar de nieuwe begraafplaats. Hier opvallend veel bloemen, waarschijnlijk in verband met Allerzielen. Naast weer strakke rijtjes en heggen in de groei is hier veel meer variëteit. Sommige graven zijn zelfs excentriek te noemen. Hier is duidelijk een ander bestuur, met vrijere regels. Het valt me op dat er bijna geen Turken liggen, zouden die net als de joden een eigen begraafplaats hebben? Ik bel Ahmet, die mij vertelt dat de meeste Turken hun doden naar Turkije vliegen. Net als ik mijn man een paar jaar geleden terug naar Italië vloog.
Terug in het centrum stuit ik op een man in het zwart, die waardig voor een glimmende rouwauto uit loopt. Ik wacht, iedereen wacht. Ik denk aan de doden.