ANNA IN DE ANDES 7

Zoals RUTA 40 in Argentinië de meest bijzondere weg is om te rijden, is dat in Chili de Carretera Austral; een 1200 kilometer lange onverharde weg langs diepe fjorden, dampende vulkanen, verbrande bossen, gletsjers en velden met paarse lupine, door regenwouden en heel af en toe een dorpjes. De weg is pas eind vorige eeuw aangelegd om het geïsoleerde zuiden van Chili bij de rest van het land te betrekken. Je kunt er behalve met heel veel stof en modder, te maken krijgen met lekke banden en gebroken voorruiten, of losgetrilde wielen, zoals ik, maar verdwalen is onmogelijk want er is maar één weg, de Carretera Austral! Toch vraag ik regelmatig welke kant ik op moet, gewoon omdat het leuk is even met mensen te praten, al blijken de afstanden zelden te kloppen en eventuele afslagen niet te bestaan. Slager Juan was er zeker van dat mijn bestemming van die dag nog maar veertig kilometer was, terwijl het er bijna honderd bleken te zijn. En terwijl ik voortploeg over keien en kuilen, zuig ik de natuur om me heen in me op. Ik zie varens uitrollen, de gaucho te paard lacht me toe en een waterval laat druppels achter op mijn voorruit.
Maar hoe noordelijker ik kom, des te meer rolt de vooruitgang mij tegemoet. Wegwerkers blazen stukken berg op, verleggen bergbeken, graven en duwen rotsblokken opzij om ruimte te maken voor zwart glad asfalt. Opeens ruik ik niet meer de bloemen, zie ik niet meer de geknakte bomen en de kolkende rivieren, want als je snel rijdt zie je alleen nog de horizon.
En dan opeens houdt de weg op en is er een ferry die me na vijf uur varen terug brengt in de bewoonde wereld. Bij het zien van de eerste huizen treur ik.

Ga naar de vorige of volgende column.